Smeedijzer
kan, wanneer het heet is, goed in sierlijke vormen gebracht worden.
Nemen we een
sieranker
als voorbeeld, dan is het omkrullen van de einden van de staven
de meest gebruikte manier van versieren.
Bij
muurankers
waarvan een deel naar voren steekt, wordt het ijzer
vaak getordeerd. Dat wil zeggen dat de roodgloeiende
staaf aan één kant vast geklemd wordt, terwijl de
smid het andere eind een
aantal slagen rond draait. Het resultaat is een 'verwrongen' stuk ijzer.
De eerst rechte lijnen van de vier hoeken van de staaf verlopen nu min of meer
schroefdraadvormig.
Onder meer bij de 16e-eeuwse muurankers met een naar voren stekend
drakenkopje
is dit
siermotief te vinden.
Tekst: Jean Penders, 04-2006. Bronnen: zie literatuurlijst. Afbeelding: Jean Penders